Klik hier voor grote afbeelding (met gegevens)
Inwendige steunbeer

Het beeld van een grote gotische kerk wordt gedomineerd door de technische hulpmiddelen: steunberen, luchtboogstoelen en luchtbogen. Slechts zelden slaagt een bouwmeester deze aan het oog te onttrekken. De luchtbogen worden wel eens verstopt onder forse lessenaardaken van de zijbeuken, maar de lichtbeuk moet dan niet al te hoog zijn. Wanneer bij een basilikale kerk later tegen de zijbeuken aan zijkapellen toegevoegd worden, onttrekken deze de steunberen aan het oog, alleen de luchtboogstoelen steken er dan nog bovenuit. De architect kan ook al in zijn ontwerp de steunberen aan het oog onttrekken door ze binnenwaarts te plaatsen. Dat kan tot een zeer vlakke buitenzijde leiden, zoals een aantal voorbeelden van de Noord-Duitse baksteengotiek laten zien. In de kooromgang kunnen de steunberen vrijwel geheel verdwijnen in de ruimte tussen diepe straalkapellen.

Een merkwaardig voorbeeld van inwendige steunberen laat het onderste stuk van de eerste geleding van de Domtoren in Utrecht zien: deze bestaat uit een vlak gehouden massief blok. De theorie dat dit deel gebouwd is als weerbare toren om de bisschop een veilige wijkplaats te geven, wordt hierdoor gevoed. Immers, bij een belegering is het slopen van steunberen een voor de hand liggende manier om de sterkte van een toren aan te tasten. Naar boven toe vormen de steunberen zo subtiel diepe nissen, dat niet meer ste zeggen valt of ze daar in- of uitwendig geplaatst zijn.

Tekst: Jean Penders (11-2009). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders